DEEL 2: HOE OM TE GAAN MET TROUWPA EN TROUWMA

Het is meer een woordspeling vanuit het Vlaams, een schoonmoeder in het Belgisch heet een trouw-ma. Dit woord is overigens in 2015 genomineerd voor het woord van het jaar.[i] Hoe kun je ervoor zorgen dat een trouw-ma geen trauma wordt?

Er zijn niet veel boeken geschreven over schoonouders, Gary Chapman (2009)[ii] heeft dat wel gedaan. Chapman geeft in dit boek aan hoe kinderen zich moeten leren aanpassen aan hun schoonouders. Als zij daar niet toe in staat zijn, kunnen schoonfamilies extreem lastig zijn.[iii]

“Als mensen een relatie aangaan, komt er een verandering in de loyaliteit.
Voorafgaand aan de relatie is men loyaal aan de ouders, tijdens de relatie verschuift de loyaliteit naar de partner.
Dit wordt het doorknippen van de ‘psychologische navelstreng’ genoemd.
Geen enkel stel zal volledig tot bloei komen in een relatie zonder psychologisch los te komen van de ouders.”[iv]

Chapman geeft aan dat het belangrijk is dat ouders eerst vragen of hun kind en diens partner het verlangen hebben om geholpen te worden. Ouders mogen alleen advies geven als daar om wordt gevraagd.[v] Dit is een belangrijke grens voor kinderen om aan te geven. Ik heb eerder in hoofdstuk 4 het onderwerp grenzen behandeld. Een aantal grenzen die door Cloud en Townsend worden genoemd zijn toepasbaar in het bewaken van grenzen met (schoon)ouders[vi]:

  • Kinderen en ouders moeten elkaars grenzen respecteren.
  • Je hebt de vrijheid om nee te zeggen totdat je met je hele hart ja kan zeggen.
  • Je moet altijd jezelf evalueren in hoeverre je grenzen goed zijn en waar je de ander in mag helpen (of laten helpen).
  • Je bent altijd zelf verantwoordelijk voor je eigen problemen.
  • Je maakt aan je schoonouders duidelijk je grenzen bekend en je blijft in contact met hen.